De gemeenteraadsverkiezingen van 21 maart 2018 zijn achter de rug. Er zijn relatief veel verschuivingen binnen de gemeenteraden waarbij confessionele partijen zetels hebben moeten inleveren en met name lokale partijen als winnaars uit de bus zijn gekomen. Vanzelfsprekend brengt dit ook veel nieuwe gezichten met zich mee die voor een eerste periode zitting in de gemeenteraad nemen. Er ontstaat een mix van rijp en groen door elkaar heen met niet allemaal hetzelfde informatieniveau of referentiekader rond diverse beleidsgebieden of stelselwijzigingen. Zo ook in de vorming van nieuwe Colleges van B&W waarin personen voor de eerste keer wethouder worden.
En daar schuilt natuurlijk een risico in… de wereld staat niet stil en ook het traject rond de invoering van de Omgevingswet trekt zich weinig aan van de gemeenteraadsverkiezingen of collegevorming. Menig ambtelijke organisatie is op stoom om kwartier te maken van wat heet een van de grootste stelselwijzigingen op het terrein van ruimtelijke ordening te zijn. Het risico bestaat dat door gebrek aan informatie of referentiekader, er een kenniskloof rond dit onderwerp binnen de raad ontstaat. Een kloof die er voor kan zorgen dat besluitvorming over bijvoorbeeld investeringen in ICT ten behoeve van geo informatie stroef gaat verlopen.
Ik heb het in eerdere publicaties veel gehad over het creëren van een bodemplaat. Meestal in het licht van samenwerkingsvraagstukken. Zorg met andere woorden dat er een fundament is met een gemeenschappelijk referentiekader van waaruit de samenwerking tot bloei kan komen. Analoog aan bovenstaand dient er een soortgelijke bodemplaat of fundament voor de implementatie van de Omgevingswet te worden gerealiseerd. Een onderlegger in de vorm van een module ‘Introductie Omgevingswet voor raadsleden en colleges’. Hierin dient in eenvoudig taalgebruik, niet doorspekt met juridische termen, de portee van de Omgevingswet te worden uiteengezet. Zo kan worden ingegaan op de ontstaansgeschiedenis ervan, de consequenties voor de informatievoorziening etc.
Ongetwijfeld zal in menig gemeente een introductieprogramma voor nieuwe raadsleden lopen waarin vanuit verschillende perspectieven ruimte is voor het ‘bijpraten’ over ontwikkelingen in het sociaal en fysieke domein. Toch speelt in deze kennis rond de Omgevingswet van meet af aan een rol. Te meer daar de inwerkingtreding ervan in 2021 in deze raadsperiode plaatsvindt en een relatief grote wissel trekt op organisatorische capaciteit en gemeentelijke financiën. Investeren in kennisoverdracht over dit onderwerp aan de nieuwe gemeenteraad loont de moeite en houdt raadsleden bij de pinken.
Voorts dient bij de collegevorming annex de portefeuilleverdeling (het zogenaamde constituerend beraad) een wethouder belast met ‘de invoering van de Omgevingswet’ te worden benoemd. Normaliter valt dit onder de portefeuille ruimtelijke ordening, echter gelet op bovengenoemde impact is het van belang hier apart een portefeuille van te maken. Dat stelt de toekomstig wethouder in staat rondom deze stelselwijziging een aparte ambtelijke staf op te bouwen en gericht over dit onderwerp naar de raad verantwoording te kunnen afleggen.
Wilt u meer informatie? Dan kunt u contact opnemen met Cees Roem via ceesroem@kcomgevingswet.nl of via 06-48062375.
Plaats een reactie
Reageren? Deel hier uw mening. Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.