Met medewerking van Ton de Wit, Anne-Marie Bruggert, Masja Roselaar, Harrie Dahlmans, Arjan Kloosterboer, Luc Aarts en Peter ter Telgte.
De kogel is door de kerk. Het voorstel is de inwerkingtreding van de Omgevingswet uit te stellen tot 1 juli 2023. De minister zal dit inbrengen in het debat met de Eerste Kamer. Een goed besluit of niet, daar wil ik het hier niet over hebben. De vraag is, wat gebeurt er met alle inspanning die je tot nu toe geleverd hebt en hoe houd je de organisatie warm voor de verandering die de Omgevingswet voorstaat.
De afgelopen jaren heeft de techniek veel aandacht opgeëist, daarmee lijkt de oorspronkelijke doelstelling van de Omgevingswet wat naar de achtergrond te verdwijnen. Maar juist deze doelstelling ondersteunt de ambitie die eigenlijk elke gemeente wel heeft: een optimale dienstverlening. De slag van ‘Nee tenzij’ naar ‘Ja mits’. Die ruimte geeft de huidige wetgeving ook al. Wachten met de verbetering van de dienstverlening hoeft dus niet.
Uiteraard zijn er ontwikkelingen die echt verbonden zijn met de Omgevingswet. Maar die zitten vooral in de wettelijke kaders en het gebruik van de techniek. Bestemmingsplannen, regelgeving en het huidige OLO (Omgevingsloket Online) blijven nog even. Maar binnen deze kaders kun je al volop aan de slag met bijvoorbeeld procesoptimalisatie, participatie, de dienstverlening, betere informatie geven over activiteiten, verkorting van procedures. Er kan veel vanuit de andere manier van denken. ‘Ja mits’ past ook onder de Wabo.
Het zou jammer zijn om alle ontwikkelingen nu stil te leggen, daardoor gaan veel van de goede ideeën en ontwikkelingen in de ijskast, of nog erger… verloren. Je kunt de ontwikkeling van de organisatie en de dienstverlening gewoon loskoppelen van de invoeringsdatum van de Omgevingswet. En dan kun je doorgaan met je huidige dienstverlening te verbeteren, processen efficiënter in te richten en de cultuurverandering naar ‘Ja mits’. En dat allemaal in de geest van de Omgevingswet. Ook in de huidige processen is afstemming en samenwerking met de ketenpartners van belang. De afspraken die nu in de verschillende regio’s gemaakt worden kunnen (deels) ook prima binnen de huidige wetgeving gebruikt worden. Het vooroverleg, één van de belangrijke processen binnen de Omgevingswet, past ook prima binnen de kaders van de huidige wetgeving. Juist in deze fase kun je ervaring op doen met de ‘Ja mits’ benadering.
Door nu te investeren op de onderdelen die je vooruitlopend op de Omgevingswet in gebruik kunt nemen sla je niet twee maar drie vliegen in één klap. Je sorteert voor op de komst van de Omgevingswet, je gaat nu al verbeteringen doorvoeren in je processen en dienstverlening en je houdt de organisatie in ontwikkeling. In beweging blijven kost namelijk minder energie dan stoppen en opnieuw opstarten. Uitstel van de Omgevingswet hoeft dus geen uitstel van je eigen ambities te betekenen.
Om een goed beeld te krijgen van de mogelijkheden is een analyse van de huidige status en situatie nodig. Hoe ver ben je nu en waar kun je verder gaan en waarmee niet. Uiteraard rekening houdend met de herbruikbaarheid bij uiteindelijke invoering van de Omgevingswet. Met dat inzicht kan vervolgens een plan gemaakt worden voor de nog af te ronden activiteiten én voor activiteiten die wel ‘on-hold’ worden gezet tot het moment van inwerkingtreding.
Plaats een reactie
Reageren? Deel hier uw mening. Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.