Jeanet Rintjema is Programmamanager Implementatie Omgevingswet van de gemeente Leidschendam-Voorburg. In dit interview vertelt zij over haar ervaringen met de implementatie van de Omgevingswet.
De komst van de wet betekent voor onze gemeente vooral het voortborduren op een ontwikkeling die al veel langer gaande is. En dan doel ik op het onderdeel participatie bij nieuwe initiatieven, want we organiseerden al inloopavonden en we betrokken omwonenden en andere belanghebbenden al in een vroeg stadium. Maar ook op het gebied van dienstverlening. Onze gemeente streeft al jaren naar de titel beste gemeentelijke dienstverlener van Nederland en om dat te bereiken wordt elke medewerker getraind in ‘hostmanship’: behandel de ander zoals de ánder behandeld wil worden. En daarbij spelen onze drie kernwaarden Vertrouwen, Verbinden en Verantwoordelijkheid (beter bekend als de drie V’s) ook een grote rol, waarbij vertrouwen de grootste rol als de verbindende schakel met de Omgevingswet heeft.
Ook zijn we druk bezig met het nadenken over deregulering en gaan we met de omgevingsvisie aan de slag in samenwerking met iedereen die dat wil, zoals we dat nu ook al doen met de strategische visie: De toekomst van LV denkt u mee?
De maatschappij verandert en gemeentes moeten daarop inspelen. Dat is de grootste kans, maar meteen ook de grootste uitdaging van de wet: onze toch wel verkokerde organisatie wordt gevraagd maatschappelijke opgaven vanuit zowel het ruimtelijk als het sociaal domein te benaderen (gezondheid!) en daarin kunnen we nog wel wat groeien. Ook zullen we het eerste en enige loket moeten zijn in de keten (van provincie, waterschappen, omgevingsdienst en gemeenten) bij het aanvragen van vergunningen. Ook daar zien we nog wel de nodige uitdagingen. Daarom zijn we in het voorjaar begonnen met het ‘lean’ maken van het (ruimtelijke) initiatievenproces. En koppelen we daar een pilot aan vast in het najaar om het ‘geleande’ in praktijk te brengen en te toetsen aan wat we bedacht hebben tijdens het leanen. Het proces hebben we gezamenlijk met de ketenpartners geleand. Dat was opmerkelijk omdat de ketenpartners op die manier een kijkje in onze – nog niet helemaal optimaal geoutilleerde – keuken konden nemen. Waarmee we ons kwetsbaar hebben opgesteld, maar waarmee we meteen ook hebben laten zien dat het ons ernst is.
Om bewustwording te creëren en inspiratie op te doen zijn we in april 2016 gestart met een roadshow, waarvoor we bijeenkomsten organiseerden voor eigen medewerkers, teamleiders en afdelingshoofden, maar ook voor raadsleden en college. De roadshow werd afgesloten met de dag van de Omgevingswet, waarvoor iedereen was uitgenodigd, wat tot een grote opkomst leidde (100 van de 650 collega’s). Daarna zijn we full swing doorgegaan met het formeren van een programmateam (kernteam) waarin we de onderwerpen omgevingsvisie, digitalisering, integraal ruimtelijk proces leefomgeving en pilots hebben ondergebracht als projecten. Daarvoor hebben we een routekaart met planning gemaakt die is vastgesteld door de gemeenteraad op 7 maart van dit jaar (punt 13). Hieruit blijkt dat we breed hebben ingezet bij de aanpak en ons niet hebben beperkt tot de afdeling ruimtelijke ontwikkeling. Zelf ben ik als programmamanager medewerker van de afdeling projectmanagement en -advies, en daarmee niet ‘besmet’ met een afdelingsvoorkeur.
Omdat de invoering van de Decentralisaties in het Sociaal Domein en de daarop volgende reorganisatie vrijwel vlekkeloos is verlopen door onder andere de inzet van een zogenaamde ‘Leidende Coalitie’, hebben we dit voorbeeld ook voor de Omgevingswet gevolgd. Ook hier is een Leidende Coalitie geformeerd, waarbij we nadrukkelijk ook de leerpunten uit het Sociaal Domein meenemen. De Leidende Coalitie vormt de motor van de verandering en zorgt voor draagvlak en kennis en informatie bij de achterban. Het is een rol die de collega’s (formele en vooral ook informele leiders) zelf hebben gekozen om hun achterban te betrekken bij de ontwikkelingen in het kernteam. We werken in het kernteam op een Agile manier, zodat we alle domeinen en projecten bij elkaar brengen en van elkaar zien en horen waar we mee bezig zijn en hoe we elkaar kunnen versterken en aanvullen. Het gaat om sturen en focussen: doen we de goede dingen en doen we ze in onderlinge verbondenheid. Met andere woorden: hoe voorkomen we overlappende werkzaamheden en ‘gaten’. En hoe zorgen we ervoor dat niet wij maar de Leidende Coalitie ‘in the lead’ is. Dat is ook nog een van de grotere uitdagingen overigens.
Een impactanalyse is door onze brede aanpak vooralsnog niet noodzakelijk omdat we op een organische manier tegelijkertijd werken aan alle relevante onderwerpen. Het leanproject is daar een voorbeeld van, maar ook de pilots waarin we experimenteren in het kader van de Crisis- en Herstelwet, zoals bijvoorbeeld in het project De Meeslouwerpolder (bekijk vooral onderstaand filmpje).
Ook een ander lopend project is door ons aangemeld als experiment bij het ministerie van I&M: Klein Plaspoelpolder. In deze pilot zijn we vooral ook al aan het nadenken over vorm en inhoud van het omgevingsplan.
Met de griffie werken we volop samen om de raad te informeren en voor te bereiden op hun nieuwe rol. De Omgevingsvisie wordt in 2018 daadwerkelijk opgesteld en door de nieuwe raad vastgesteld.
Tot die tijd gaan we alles daarvoor startklaar maken. Dat betekent dat keuzes moeten worden gemaakt. Dat zullen proceskeuzes zijn maar ook inhoudelijke keuzes. Welke thema’s zijn leidend? Welke specifieke aandachtspunten zijn er voor de drie verschillende kernen? In het najaar wordt het richtinggevend kader omgevingsvisie opgesteld in de vorm van een uitgangspuntennotitie. De uitgangspuntennotitie bevat twee delen om zowel inhoudelijk als procesmatig besluitvorming te kunnen realiseren. Deze delen zijn:
In de regio Haaglanden werken we samen in werkgroepen aan een aantal thema’s zoals energietransitie, gezondheid (in samenwerking met de GGD) en waterhuishouding en daarnaast op het gebied van digitalisering, financiën en participatie/communicatie. De projectleiders /programmamanagers Omgevingswet van alle regiogemeenten, provincie, waterschap, omgevingsdienst en veiligheidsregio komen regelmatig bij elkaar om richting te geven aan de regionale ontwikkelingen en om ervaringen te delen.
En ook al is het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) nog ver weg, we hebben gemerkt dat we nu al veel kunnen doen om de basis op orde te hebben voordat het zover is. Zo zijn we al bezig om het beleid en het bijbehorende gegevensbeheer van ruimtelijke gegevensbronnen te organiseren, het zaakgericht werken op orde te krijgen en wordt de pilot ‘integraal ruimtelijk proces leefomgeving’ van de benodigde ICT-ondersteuning voorzien, zodat we optimaal zijn voorbereid op de één loket functie in de toekomst. Ook de andere bedrijfsprocessen van de Omgevingswet zullen worden geleand en van ICT-ondersteuning voorzien. Daarnaast hebben we een kaartviewer ingericht waarin we alle beleidsvelden op termijn gaan onderbrengen en waarin nu al de gegevens van drie van de belangrijkste gegevensbronnen digitaal beschikbaar zijn.
Een gouden tip voor andere gemeenten is om al zoveel mogelijk met alle onderwerpen van start te gaan, ook al is nog veel onduidelijk. Zorg voor bewustwording en betrokkenheid, want je kunt nu al veel meer doen dan je denkt. En laat je vooral niet ophouden door het uitstel van de wet, hij komt er zeker en vast! Het geeft vooral de broodnodige voorbereidingstijd waar we volop gebruik van kunnen en moeten maken.
Plaats een reactie
Reageren? Deel hier uw mening. Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.