Het Digitaal Stelsel Omgevingswet opent zich

  • Dienstverlening
  • Implementatie algemeen
  • Informatievoorziening
  • 28 juni 2017
  • 2181 BEKEKEN
  • 0 Likes
Luc Aarts

Onlangs heeft het programma Aan de slag met de Omgevingswet de API- en URI-strategie vastgesteld. Een belangrijke stap in de ontwikkeling van het Digitaal Stelsel Omgevingswet. Klinkt goed, maar wat betekent dat nu?

API’s en URI’s?
API’s en URI’s zijn technieken die het mogelijk maken dat applicaties met elkaar kunnen communiceren en informatie met elkaar kunnen delen. Daarmee worden softwareontwikkelaars in staat gesteld om nieuwe diensten en producten te creëren op basis van al beschikbare functionaliteit en data. Zij hoeven hun software dus niet helemaal vanaf de grond af aan op te bouwen, maar kunnen gebruik maken van bestaande functies en resources (databronnen).

Door afspraken te maken over hoe API’s en URI’s worden opgebouwd, weten ontwikkelaars waar zij aan toe zijn. Dit helpt hen om relatief snel nieuwe, innovatieve en slimme oplossingen te bedenken en te bouwen, ter ondersteuning van het Digitaal Stelsel van de Omgevingswet. Een open stelsel dus, waar anderen aan mee kunnen ontwikkelen.

Niet nieuw
Het gebruik van API’s en URI’s is niet nieuw. Er zijn legio goede voorbeelden beschikbaar. Zo biedt het Rijksmuseum een API aan, waarmee softwarebouwers afbeeldingen uit de collectie van het Rijsmuseum kunnen toevoegen aan een website of app. Een andere bekende toepassing is de app Buienradar. Deze app werkt op basis van informatie, die met behulp van de weerradars van het KNMI wordt ingewonnen. Het KNMI stelt deze data beschikbaar, zodat app bouwers als die van Buienradar daar handige toepassingen mee kunnen bouwen en wij precies weten wanneer wij onze paraplu moeten meenemen.

Omgevingsradar
Vergelijkbaar met de manier waarop Buienradar is ontwikkeld, zou je je kunnen voorstellen dat iemand functies en informatie uit het DSO gebruikt voor een app, waarmee initiatieven in de omgeving van de gebruiker worden getoond. Een soort ‘Omgevingsradar’ dus. Maar dezelfde services kunnen ook worden gebruikt om software te ontwikkelen voor heel andere toepassingsgebieden en doelgroepen. Want waarom zou je informatie over de leefomgeving alleen gebruiken voor het maken en beoordelen van plannen? Door verschillende informatiebronnen en functies te combineren is het mogelijk om hele nieuwe gebruikerstoepassingen te bouwen. Zo zou je informatie uit het DSO heel goed kunnen gebruiken voor het ontwikkelen van een app met fietsroutes door archeologisch interessante gebieden, gecombineerd met foto’s van de omgeving of informatie over pleisterplaatsen en oplaadstations voor de elektrische fiets.

Ongetwijfeld bedenken anderen nog veel slimmere toepassingen. Door het DSO open te stellen wordt in elk geval een belangrijke randvoorwaarde ingevuld om deze innovatie te stimuleren.

 

Luc Aarts

Plaats een reactie

Reageren? Deel hier uw mening. Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.

Terug naar overzicht