Informatievoorziening en de Omgevingswet: meer met minder

  • Bestuur & Management
  • Dienstverlening
  • Implementatie algemeen
  • Informatievoorziening
  • Organisatie
  • 24 januari 2017
  • 2164 BEKEKEN
  • 0 Likes
Ton de Wit

De impact van de Omgevingswet voor de visie- en planontwikkelaars is evident en veel gemeenten werken inmiddels aan een omgevingsvisie. Aan concrete organisatorische voorbereidingen lijkt het bij veel gemeenten vooralsnog te ontbreken. Ook de impact voor informatievoorziening en het gemeentelijk applicatielandschap is nog onduidelijk, vooral omdat het Digitale Stelsel Omgevingswet (DSO) nog niet uitgewerkt en vastgesteld is. Maar betekent dit inderdaad dat je je nog niet kunt oriënteren en voorbereiden op de veranderingen in de informatievoorziening?

De toekomst is al begonnen
Een aantal ontwikkelingen in de wereld van informatievoorziening zijn evident en onontkoombaar. Kevin Kelly beschrijft in zijn lezenswaardige boek ‘The inevitable’ 12 ontwikkelingen voor de komende decennia. Een sprekend voorbeeld is kunstmatige intelligentie en robotisering. Robotisering wordt vaak geassocieerd met een toekomst met (mensachtige) robots, we kennen het echter al jaren. Vliegtuigen vliegen desnoods zonder tussenkomst van de piloot en auto’s kunnen autonoom rijden in complexe verkeerssituaties. Google kan voorspellen wat we willen zien en kopen op het internet. De computer kan sneller en betere diagnoses stellen dan een arts en schrijft meteen geautomatiseerd een optimaal passende individuele medicatie voor met minimale negatieve bijwerkingen. Het is onontkoombaar dat deze ontwikkelingen de komende jaren in een steeds hoger tempo doorzetten. Het verandert de wereld in de komende jaren drastisch en sneller dan we ons nu voor kunnen stellen.

Robotisering in gemeenteland
Ook voor gemeenten is robotisering en kunstmatige intelligentie relevant en dichtbij. De vele relatief eenvoudige administratieve processen kunnen we nu al nagenoeg volledig ‘robotiseren’. Er komen dan geen digitaal aanvraagformulieren en documenten meer aan te pas, omdat de aanvrager door een slim proces en systeem geholpen wordt om zelf keuzes te maken en zaken direct af te wikkelen. Open en big data leveren informatie om het proces intelligent en efficiënt te maken. Om deze mogelijkheden en voordelen te benutten is wel een landelijke schaal nodig. Daarnaast zal het steeds moeilijker zijn om als gemeenten achter te blijven lopen op wat om ons heen al gemeengoed is.

Wat betekent dit voor de Omgevingswet?
Terug naar de Omgevingswet. Dergelijke ontwikkelingen lenen zich bij uitstek voor landelijke voorzieningen en het DSO. De data in het DSO kunnen bijvoorbeeld gebruikt worden voor intelligentie in het proces. Wet- en regelgeving en lokale plannen laten zich vertalen naar ‘business rules’ die in het proces gebruikt kunnen worden. Daarnaast komt steeds meer informatie publiekelijk beschikbaar vanuit o.a. gemeenten, veiligheidsregio’s en omgevingsdiensten. Er is al veel mogelijk maar het begint met herkennen en erkennen dat deze ontwikkelingen wenselijk en onontkoombaar zijn. We moeten accepteren dat het ontwikkelingstempo vele malen hoger zal zijn dan we nu vermoeden. Vanuit dat besef moet nu al ruimte worden gecreëerd om hier invulling aan te geven. Gemeenten moeten er collectief voor zorgen dat hun belang bij dergelijke ontwikkelingen expliciet gemaakt en gehonoreerd wordt, veel meer dan tot nu toe het geval is.

Verandering in applicatielandschap
Hoe kunnen gemeenten op de ontwikkelingen anticiperen? De integrale benadering van de Omgevingswet introduceert nieuwe rollen, taken en partijen binnen de eigen organisatie en daarbuiten, bijvoorbeeld op het gebied van veiligheid, gezondheid en welzijn. De beoogde participatie vergt een volstrekt andere werkwijze dan de inspraak en voorlichting tot nu toe. Traditionele VTH-applicaties bestrijken slechts een klein deel en die functionaliteit wordt alleen maar minder relevant en minder specialistisch, bijvoorbeeld door uitbesteding aan de omgevingsdienst en privatisering.

Toezicht en handhaving zullen nog maar voor een deel te koppelen zijn aan vergunningen en vergen een andere benadering, bijvoorbeeld op basis van externe signalen en met de inzet van drones. Uiteraard kunnen VTH-applicaties uitgebreid worden maar daarmee worden ze steeds omvangrijker, complexer en duurder. En die functionaliteit zal niet kunnen concurreren met (wereldwijde) cloud-toepassingen voor bijvoorbeeld ruimtelijke en data analyses, procesondersteuning, social media, samenwerking en interactie met burgers en ondernemers. Het is ook zeer de vraag of nieuwe partijen wel met een dergelijke gemeentelijke VTH-applicatie gaan werken. Wees daarom kritisch bij een upgrade of vervanging van VTH-applicaties.

Alternatieve oplossingen
Alternatieven zijn er ook buiten de gemeentelijke leveranciers. Laat daarvoor zonodig maximale integratie binnen de eigen (GEMMA-)architectuur los. Bij de decentralisaties in het sociaal domein hebben we ook dergelijke veranderingen gezien en dat zal in de toekomst vaker het geval zijn. Het vergt wel een andere manier van denken bij informatiearchitecten. Ga op zoek naar de werkelijke ondersteuningsbehoefte en durf nieuwe, geschikte applicaties te zoeken. Innovatie betekent in de praktijk vooral slim gebruiken en combineren wat er al is, niet nieuwe oplossingen bouwen. Kies voor flexibel inzetbare cloud-oplossingen en gebruik zoveel mogelijk landelijke data en voorzieningen. Dat maakt een toekomstige overstap naar nieuwere en betere oplossingen ook gemakkelijker.

Omdat vergunningverlening en toezicht minder intensief en specialistisch worden zijn hiervoor ook aanwezige generieke systemen in te zetten. Nagenoeg iedere gemeente heeft immers al een applicatie om dossiers te registreren, acties uit te zetten en voortgang te bewaken, bijvoorbeeld een zaaksysteem. Ga echter niet uit van de inrichting die ooit bedacht is. Kijk eerst naar de behoefte en vervolgens naar de mogelijkheden van het pakket en zet dit creatief in. Ook e-depots zijn prima in te zetten.

Belang van gegevens
Investeren in VTH-applicaties is dus risicovol, investeren in gegevens en gegevenskwaliteit niet. Het DSO zal gegevensgebruik stimuleren en kwaliteitsgebreken bloot leggen. Bronhouders worden mogelijk aansprakelijk gesteld voor de gevolgen. Wellicht niet door collega-overheden, maar multinationals die schade lijden zullen minder terughoudend zijn. Een goede beheerorganisatie is voorwaardelijk voor kwaliteit, gemeenten worstelen daar al jaren mee. Het wordt nu zaak om dit aan te pakken en hoe eerder, hoe meer (doorloop)tijd ervoor beschikbaar is. Ook hierbij is het goed om kritisch te kijken naar de informatievoorziening. Liever bijvoorbeeld investeren in publiek beschikbaar stellen en vervolgens zelf gebruiken van gegevens dan investeren in lokale gegevensmagazijnen. Word afnemer van je eigen gegevens!

Collectief aanpakken
Deze beschouwing tracht een andere blik te werpen op informatievoorziening in relatie tot de Omgevingswet. Het zijn slechts voorbeelden maar wellicht zet het aan tot out-of-the-box denken. Laat het vooral een stimulans zijn om nog krachtiger in te zetten op collectieve en innovatieve oplossingen. Creatieve oplossingen en suggesties zijn meer dan welkom!

Meer weten?
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Ton de Wit via tel. nr. 06 22 97 29 46 of via e-mail: tondewit@kcomgevingswet.nl.

Ton de Wit

Plaats een reactie

Reageren? Deel hier uw mening. Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.

Terug naar overzicht