‘Een gelijke informatiepositie tussen initiatiefnemers en de overheid’. ‘Met één klik op de kaart weten wat je als initiatiefnemer ergens wel of niet mag realiseren’. Dit zijn veel gehoorde kreten die de digitale ambitie van de Omgevingswet duidelijk maken. De componenten van het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) moeten ertoe bijdragen dat deze situatie in 2024 werkelijkheid wordt. Een belangrijk puzzelstukje van het DSO om deze digitale selfservice waar te kunnen maken is de component ‘regelbeheer’. In de eindrapportage ‘Verkenning Informatievoorziening Omgevingswet (VIVO)’ worden de eerste kaders geschetst van de informatievoorziening onder de Omgevingswet, waarbij ook ingezoomd wordt op regelbeheer. Wat houdt regelbeheer in en waarom is het zo belangrijk voor het toekomstige stelsel?
Een willekeurig ruimtelijk initiatief in 2024
Een voorbeeld: het is 2024. Inwoner Jan uit Utrecht kan met een vraag over een ruimtelijk initiatief terecht bij één landelijke portal (website). Binnen het portal selecteert Jan het object of de locatie van zijn initiatief via een geografische kaart. In het geval van een complexe vraag, doorloopt Jan wellicht nog enkele digitale vragen of formulieren over het onderwerp waar de vraag betrekking op heeft. Het systeem bevraagt ‘onder water’ de juiste regel uit bijvoorbeeld het omgevingsplan van de specifieke gemeente. Jan krijgt een duidelijk antwoord teruggekoppeld door het systeem met informatie over de mogelijkheden en eventueel te nemen vervolgstappen.
Het omgevingsplan: van document, naar gegevens, naar pasklaar antwoord
Bovenstaande situatieschets maakt duidelijk dat de digitale omgevingsplannen van de toekomst geen statische documenten meer zijn. Documenten die vaak ook nog eens lastig vindbaar en vervolgens moeilijk te duiden zijn voor de gemiddelde inwoner. Het omgevingsplan van de toekomst wordt een database van regels voor de fysieke leefomgeving, die continu wordt gewijzigd. Het bevat de regels van zowel landelijke als regionale en lokale overheden zodat die integraal ontsloten en toegepast kunnen worden. Het plan is vooral een set aan regels, zoals die op een bepaalde datum gelden. De vorm van het (traditionele) plandocument wordt daarmee als het ware losgekoppeld van de (specifieke) inhoud waar het de initiatiefnemer om te doen is. Daarnaast wordt de regel ook nog eens door het systeem ‘vertaald’ en in een pasklaar antwoord gepresenteerd aan de gebruiker. De regels kunnen ook handig gebruikt worden door uiteenlopende applicaties die op basis daarvan diensten aanbieden en initiatiefnemers of ambtenaren adviseren en ondersteunen.
Zo ver zijn we nog lang niet…
Dat klopt. Het DSO is er nog niet en wordt fasegewijs ontwikkeld. En gemeenten beschikken nog niet over omgevingsplannen. Maar wanneer de eerste er komen vanaf 2018, zal ook het landelijke digitale stelsel er langzamerhand op voorbereid moeten zijn. Voor initiatiefnemers, bevoegde gezagen of belanghebbenden vormen de regels uit het omgevingsplan immers de basis waarop zij rechtsgeldig kunnen handelen. Gemeenten staan dan ook aan de lat om binnen enkele jaren hun omgevingsplannen gereed te hebben. Deze zullen moeten voldoen aan de juiste (nog te bepalen) vorm, opbouw, definities en standaarden om de regels op de juiste wijze aan te kunnen leveren aan het stelsel en om de vertaling naar pasklare antwoorden te kunnen maken.
Hoe en door wie worden die pasklare antwoorden gegeven?
Het is de vraag of de Rijksoverheid de functionaliteit van het landelijke regelbeheersysteem gaat voorschrijven, of dat de markt wordt uitgenodigd om met oplossingen te komen voor het ontsluiten van regels. Wel lijkt al duidelijk dat er behoefte is aan een landelijke, facilitaire organisatie die gemeenten kan ontzorgen bij het afleiden van de regels uit de eigen besluiten en het toegankelijk maken van de regels via deze toekomstige landelijke voorziening. Gemeenten zullen als bevoegd gezag uiteraard zelf verantwoordelijk blijven voor het opstellen van de eigen regels, maar zouden hun besluiten dan aan kunnen leveren bij de facilitaire organisatie, die deze vertaalt naar toepasbare regels die eenvoudig en snel digitaal bevraagd kunnen worden.
Het resultaat? Een laagdrempelige, snelle en kwalitatief betere dienstverlening door een voorziening die antwoorden op een consistente en voorspelbare wijze ontsluit naar de gebruikers. Kortom: ‘Een gelijke informatiepositie voor inwoners, initiatiefnemers, belanghebbenden en het bevoegde gezag, waarbij je met één (vooruit, enkele) klikken weet wat je als initiatiefnemer ergens wel of niet mag realiseren’.
Meer weten?
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Roald Schel, adviseur van KenniscentrumOmgevingswet.NL, via tel. nr. 06 28 42 18 62 of via e-mail: roaldschel@kcomgevingswet.nl.
Plaats een reactie
Reageren? Deel hier uw mening. Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.