Leidt de Omgevingswet tot een hernieuwde discussie over het takenpakket en de positie van Omgevingsdiensten? Het zou zo maar kunnen. Maar wat is de situatie anno 2017? De aard en omvang van het takenpakket van de OD’s in Nederland zijn onderzocht. In een aantal korte publicaties informeren we u hierover. In deze – eerste – publicatie staan we stil bij het huidige takenpakket van de Omgevingsdiensten.
Grote verschillen in takenpakketten van OD’s
Er zijn 29 Omgevingsdiensten in Nederland die minimaal het wettelijk verplichte basistakenpakket (milieu) voor gemeenten en provincies (en in twee OD’s ook waterschappen) uitvoeren. Zes noemen zich Regionale Uitvoeringsdiensten (RUD’s), de overige 23 hebben Omgevingsdienst als naamgeving aangenomen. Er is verschil in het takenpakket tussen RUD’s en OD’s. Zeker, maar er kan niet worden gesteld dat het takenpakket van RUD’s per definitie beperkter is dan OD’s. Het verschilt namelijk sterk per RUD/OD. Wat zien we?
De OD’s verschillen nogal van elkaar als het gaat om het takenpakket. Vanuit gemeentelijk perspectief is de diversiteit nog groter. Ook binnen het verzorgingsgebied van een OD zijn er verschillen. Bij de oprichting van de OD’s / RUD’s zijn in veel regio’s discussies gevoerd en initiatieven ontplooid om gelijke takenpakketten op te dragen. Uiteraard is dit gelukt voor het basistakenpakket omdat hier sprake is van een wettelijke verplichting (hoewel nog steeds discussies lopen over de exacte reikwijdte van het basistakenpakket). Bij de meeste OD’s is echter geen sprake van een gelijk takenpakket voor de deelnemende gemeenten.
Is de diversiteit in het takenpakket erg?
De verschillen tussen de OD’s zijn deels gevolg zijn van ander type opgaven, andere manier van organiseren taken, politiek bestuurlijke keuzes, ‘gedoe’ etc. Kortom, het resultaat van het proces dat op regionaal niveau heeft plaats gevonden. De diversiteit tussen OD’s is daarmee voor de individuele OD waarschijnlijk niet erg. Mag ook niet problematisch zijn. Een professionele ‘dienstverlener’ moet in staat zijn met die verschillen te kunnen dealen. Verschillen binnen een regio van de OD zijn natuurlijk niet bevorderlijk voor de doelmatigheid. In de financiële cijfers zien we dit verschil eigenlijk niet terug.
Vanuit een ander gezichtspunt kunnen de verschillen in het takenpakket tussen de OD’s wel belemmerend zijn. Als ‘landelijk’ (bijvoorbeeld ministerie of koepels) bijvoorbeeld de opvatting bestaat dat meer uniformiteit in de OD’s wenselijk is voor een adequate uitvoering van de Omgevingswet. In dat geval – en niet ondenkbeeldig – is de transformatieopgave naar een ‘OD in het Omgevingswet-tijdperk’ een aanzienlijke. Zeker als we daar het aandeel Wabo-/Bouw-taken in ogenschouw nemen. In de volgende publicatie gaan we hier verder op in.
Voor deel 2 van de kennisreeks, zie hieronder:
Kennisreeks deel 2: De Omgevingswet en de gemeentelijke bouwtaken van Omgevingsdiensten
Deel 3 moet nog gepubliceerd worden.
Bron: Omgevingsweb en Arena Consulting
Bekijk ook onderstaand artikel van de VNG over samenwerking tussen gemeente en omgevingsdiensten onder de Omgevingswet.
Plaats een reactie
Reageren? Deel hier uw mening. Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.